vrijdag 27 december 2013

Waskracht

We vloeien,

we vloeien in elkaars armen,
handen nog zichtbaar,
al de rest uitgezwierd,
uitgewrongen, het zeep
op onze lippen.
We spreken zeepbellen.

Laten ons in de wasmand
vallen, in dampende kledij
omhullen, graaien in elkaars
zakken, kijken of er nog
een verloren cent, nog
wasgeld, te stelen valt.
Kom maar,
pluk maar,
roof me leeg.

Jij,
naast mij
hangende.

Ontrafelend hangen we nog
voor even vast,
dan dradelings,
voor we verstrengeld wegzweven,
het luchtruim in als wildekinderen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten