zondag 12 mei 2013

Burlesque

Een rij gloeilampen strooit
haar laatste uren levenslicht
in de ogen van de nachtraven.

Traag opwellende tenorsaxen
trekken met broeiende zang
het zweet uit de poriën.

De rook van een sigaret
draait speels om haar as
als een DNA-streng
die aangroeit tot
traag kronkelende armen.

Handen rekken de tijd uit
tot een deeg waar
verlangens worden
uit gekneed.

Ik zuig haar zoete geur binnen
langs de rode loper van mijn tong.

Verborgen begeertes weken zich
uit mijn gesloten hartkamers los.

Speels vangt zij ze met haar vingers
op en begraaf ze in haar hart.

Alles wat zij geeft, neemt zij meer dan terug.

Een succubus in bonte veren.

Eén na één springen
de lampen
met een lichtflits.

De tenorsaxen schroeien
nog een laatste keer op haar huid,
leggen de ganse follerie het zwijgen op.

Mijn geledigde ziel kan niet anders,
dan zich te laven aan glazen vol
dronkemansverhalen.