vrijdag 12 maart 2010

Gespierde Hakken Sonnet

Kruipend vanachter hun deuren, priemend in mijn rug
Beklijvend dringt hun gefoefel binnen langs mijn oogsluizen
Waarom nemen zij wat van hun is en geven er niets van terug
Is het om de metronoom van het leven te verstoren?

Met hun geobsedeerde kantjes, hun gecultiveerde lust
Wanhopig zoekend drijven ze zichzelf tezamen
Groeiend in hun waanzin die niet geraakt uitgeblust
Waarom verzaken zij aan het recht om zich te schamen?

Vreemde vruchten plukkend uit eigen geschoren borstkast
Over de levenslijn wandelend met aangetrokken hakken
Een levenspad volgend waar enkel hij in past
Nu zij verdergaat in te strakke pakken

Wetende dat wat hem/haar leidde, door haar ziel is gedicteerd
Zelfs al loopt zij nu in een minirokje ongegeneerd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten