maandag 15 februari 2010

Luna geeft zich aan Helios

Hoe ik toen vaag en verveld was,
kaal en weggevreten door duizenden zonder naam
Een maagdenvlies van fijn stof dat
mij omhulde
dat mij begroef

Gij zult mij niet de glorie geven
om te barsten van stralend genot
Maar gij verschaft me wel het universele geluk
mezelf te mogen wentelen in uw dragend licht.

Als ik het nodig heb,
zet gij mij buitenspel in het donker,
waar ik kan herbronnen
Terug de kracht vindend
om de tranen van de wereld
naar mij toe te trekken
Ze te laten oplossen
in de donkere ruimte.

Want tranen belemmeren te vaak
het zicht
op de grenzeloze
schoonheid
die mij omringt.
Niet enkel van de sterren
die verder niets anders te vreten krijgen
dan sterrenstof
om te schitteren in eigen wellust.

Veeleer de onderlinge gebondenheid
die ooit was en zal terugkeren,
alsof het gisteren was.
Gij houdt mij goed vast,
ik zal u nimmer ontgaan.

Ik zou u ook nimmer
willen ontlopen.
Hier blijf ik,
rondjes draaiend
omdat wij gebonden zijn.

Een band die geschapen is
om te blijven
en te zijn
en wie weet
om ooit te versmelten
Dat ik mij in uw diepste kern mag nestelen,
een bron van 15.000.000 ºC onverteerde oerkracht.

1 opmerking: